HvJ EU: geen straf voor hulp bij (kansloze) asielaanvraag

Hongarije handelt in strijd met de Procedurerichtlijn door de handelingen strafbaar te stellen van personen die hulp verlenen bij het indienen van een asielaanvraag voor iemand waarvan op voorhand duidelijk is dat hij geen recht heeft op internationale bescherming. Dit vormt namelijk een beperking van de in de Procedurerichtlijn neergelegde rechten. Vreemdelingen hebben volgens de Procedurerichtlijn het recht om een asielaanvraag in te dienen.

De Hongaarse bepaling beperkt de mogelijkheid van personen of organisaties die hulp verlenen om te communiceren met vreemdelingen die een asielaanvraag willen doen. Wanneer de hulpverlener wist dat de vreemdeling aan wie hij bijstand verleende, volgens het Hongaarse recht geen vluchtelingenstatus kon verkrijgen, kan deze strafrechtelijk worden veroordeeld, zelfs indien de bijstand is verleend met strikte eerbiediging vastgestelde procedureregels en zonder enige bedoeling om de beslissingsautoriteit te misleiden. Van de hulpverlener kan niet worden verwacht dat zij de inschatting maken of een vreemdeling recht heeft op internationale bescherming. Voorts worden personen hierdoor sterk ontmoedigd om een vreemdeling bijstand te verlenen, ook al is die bijstand enkel bedoeld om een vreemdeling in staat te stellen om zijn fundamentele recht uit te oefenen. Ook kan het verlenen van bijstand bij het indienen van een asielaanvraag niet worden beschouwd als een activiteit die de illegale binnenkomst of het illegale verblijf van een vreemdeling aanmoedigt.

Tot slot heeft Hongarije in strijd met Unierecht gehandeld door personen die ervan worden verdacht hulp te hebben verleend bij het doen van een asielaanvraag, het recht te ontzeggen tot het naderen van de buitengrenzen.

HvJEU C-821/19, 16.11.21
https://curia.europa.eu/juris/liste.jsf?num=C-821/19
ECLI:EU:C:2021:930