Rb (MK): brede afweging risicofactoren bij terugkeer naar Kunduz (Afghanistan) nodig

De rechtbank zal beoordelen of de staatssecretaris inderdaad de algemene veiligheidssituatie in Kunduz, heeft betrokken bij de vraag of de vreemdeling op individuele gronden in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning. Zoals recent door de Afdeling geoordeeld is er in geheel Afghanistan geen sprake van een uitzonderlijke situatie, ook niet in Kunduz. Dan blijft de vraag over of de staatssecretaris de algemene veiligheidssituatie in Kunduz, heeft betrokken bij de vraag of de vreemdeling op individuele gronden in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning.

De staatssecretaris heeft zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat de algemene situatie in Kunduz niet zo slecht is dat de vreemdeling, gelet op zijn persoonlijke kenmerken, daarom niet kan terugkeren. Gelet op de Afdelingsuitspraak op het hoger beroep in deze zaak had deze rechtbank deze afweging niet in het kader van de beoordeling van de algemene situaties moeten maken, maar in het licht van de vraag of de vreemdeling op individuele gronden in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris dit niet gedaan.

Verweerder zal bij het nieuw te nemen besluit een oordeel moeten geven over eisers individuele kenmerken, namelijk het risico dat hij loopt op rekrutering en zijn verblijf gedurende een aantal jaren in Nederland, in relatie tot de algemene veiligheidssituatie in Kunduz. Daarbij zal verweerder zich onder meer moeten uitspreken over de aanwezigheid van de Taliban in de regio en over de omstandigheid dat eiser alleen vanuit overheidsgebied naar Kunduz kan reizen, met alle mogelijke risico's die dit met zich meebrengt. Verweerder zal ook de door eiser aangehaalde EASO-guidelines van 2019 bij de beoordeling moeten betrekken. Beroep gegrond.

Rb Amsterdam (MK), AWB 19/7024, 15.5.20