RvS: bij aanvragen art-64 geen identiteitsbewijs nodig als nooit getwijfeld

In deze zaak heeft de staatssecretaris de aanvraag van de vreemdeling om uitstel van vertrek op medische gronden afgewezen, omdat zij haar identiteit en nationaliteit niet met originele documenten heeft aangetoond. ... De staatssecretaris is wel in het bezit geweest van haar inmiddels verlopen paspoort en de vreemdeling heeft een kopie daarvan overgelegd. De Afdeling staat voor de vraag of de staatssecretaris zich terecht op het standpunt stelt dat hij verder geen onderzoek hoefde te doen naar de feitelijke toegankelijkheid van de noodzakelijke medische zorg....

De vreemdeling klaagt terecht dat de staatssecretaris niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom in haar geval nog andere documenten ter staving van haar identiteit en nationaliteit nodig zijn om haar argumenten over de feitelijke toegankelijkheid te kunnen beoordelen. Dit vooral omdat de staatssecretaris in het besluit geen concrete aanknopingspunten heeft genoemd voor twijfel aan de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte geoordeeld dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat hij verder niet hoeft te onderzoeken wat de vreemdeling aanvoert over de feitelijke toegang tot de noodzakelijke medische zorg in Suriname.

De grieven slagen.
Het hoger beroep is gegrond.

RvS 202103716/1/V3, 31.1.22
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2022:336