RvS: intrekken vergunning na 26jr ivm criminele antecedenten mag

De staatssecretaris heeft aan het besluit ten grondslag gelegd dat de vreemdeling in 1991 op zeventienjarige leeftijd Nederland is binnengekomen en sindsdien voor misdrijven, waaronder geweldsmisdrijven, 21 maal onherroepelijk is veroordeeld tot in totaal 48 maanden gevangenisstraf. De staatssecretaris noemt met name een op 2 juni 2002 door de vreemdeling tezamen met anderen gepleegde woningoverval, waarvoor hem een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, is opgelegd, waarbij de strafrechter in het bijzonder heeft laten meewegen dat de beroving gepaard is gegaan met excessieve geweldshandelingen en ernstige bedreigingen.

De vreemdeling heeft gesteld dat hij snel na zijn komst in Nederland door zijn vader het huis is uitgezet en door verslaving aan softdrugs en foute vrienden op het verkeerde pad is geraakt. Voorts heeft hij betoogd dat de staatssecretaris ten onrechte geen rekening heeft gehouden met een drastische wijziging in zijn persoonlijke situatie, te weten inbedding in zijn familie en psychisch-medische ondersteuning. Hierdoor is een keerpunt bereikt. Ook is hij niet meer verslaafd. Van een actuele en ernstige bedreiging van de openbare orde is daardoor geen sprake meer, aldus de vreemdeling.

De rechter oordeelt dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de vreemdeling een werkelijke en voldoende ernstige bedreiging voor de openbare orde vormt. Voorts heeft de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat, gelet op het betrekkelijk geringe tijdsverloop sedert het meest recente, in 2013 door de vreemdeling gepleegde delict, de genoemde wijziging in de persoonlijke situatie van de vreemdeling niet afdoet aan de actualiteit van die bedreiging. De staatssecretaris heeft zich reeds hierom niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat de vreemdeling een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt, die een fundamenteel belang van de samenleving aantast.

De grieven slagen. Het hoger beroep van de staatssecretaris is kennelijk gegrond. (...)
RvS 201603294/1/V1, 15.3.17
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2017:721