RvS: leges mvv gezinsleven nog te hoog

De rechtbank Amsterdam heeft eerder vastgesteld dat een verblijfsvergunning regulier voor verblijf als gezinslid ongeveer negen maal zo duur is als een nationale identiteitskaart, terwijl het Hof in het arrest Commissie tegen Nederland heeft geoordeeld dat een legesbedrag van ongeveer zeven maal de kosten van een nationale identiteitskaart in ieder geval te hoog is.

Bij brief van 2 mei 2018 heeft de Afdeling de staatssecretaris, onder verwijzing naar deze uitspraak, onder meer gevraagd hoe de hoogte van de leges voor een mvv zich volgens hem verhoudt tot die van de leges voor een nationale identiteitskaart. Daarbij heeft de Afdeling hem verzocht in te gaan op het arrest Commissie tegen Nederland.

In haar reactie heeft de staatssecretaris volstaan met het vrijwel letterlijk herhalen van passages uit het eerdere besluit , die al bij de Afdeling bekend waren. De staatssecretaris heeft niet bestreden dat de leges voor een verblijfsvergunning regulier voor verblijf als gezinslid ongeveer negen maal zo hoog zijn als die voor een nationale identiteitskaart. Hij heeft verzuimd in te gaan op het arrest Commissie tegen Nederland.

Daarmee heeft de staatssecretaris niet deugdelijk gemotiveerd waarom heffing van leges ter hoogte van negen maal het bedrag dat verschuldigd is voor een nationale identiteitskaart, verenigbaar is het arrest Commissie tegen Nederland. De beroepsgrond slaagt.

ABRvS, 201605302/1/V3, 8.10.18
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2018:3249