Rb: geen recht op opvang tijdens medische procedure in bezwaarfase

Verweerder heeft er terecht op gewezen dat verzoeker altijd aanspraak kan maken op medische voorzieningen. Hierop heeft hij immers onverminderd recht op grond van artikel 10, tweede lid van de Vw 2000. Daar komt bij dat uit het BMA-advies volgt dat verzoeker weliswaar medische problemen heeft, maar dat er op korte termijn geen medische noodsituatie zal ontstaan, indien verzoeker niet behandeld wordt voor zijn lichamelijke en psychische klachten. Ernstige gevolgen treden pas op als verzoeker langere tijd niet wordt behandeld. Uit het BMA-advies volgt ook dat niet is gebleken dat verzoeker in het verleden klinisch psychiatrisch is opgenomen, psychotisch is geweest of dat zich op andere wijze belangrijke crisissituaties hebben voorgedaan.

Gelet op het bovenstaande acht de voorzieningenrechter het belang van het COa, om strikt vast te houden aan de opvangvoorwaarden en de druk op de opvangcapaciteit te verminderen, in dit geval zwaarder dan het belang van verzoeker.

Rb Roermond AWB 21/593, 19.3.21