Rb: verlies opvangrecht door niet te verschijnen bij overdrachtsvlucht Italië

De vreemdeling is niet verschenen voor de vlucht voor de geplande overdracht. Zij heeft de autoriteiten niet van haar afwezigheid op de hoogte gesteld terwijl zij wel degelijk en voldoende is geïnformeerd over haar verplichting om zich te melden en om de bevoegde nationale autoriteiten van haar afwezigheid op de hoogte te brengen.

De vreemdeling is verplicht zich aan de huisregels van het COa te houden, waaronder de meldplicht en het toestemming vragen om elders te verblijven. De vreemdeling heeft zich niet aan deze verplichtingen gehouden hetgeen heeft geresulteerd in een ‘bericht van vertrek’. Niet is gebleken dat er een geldige reden was om de autoriteiten niet in te lichten over haar afwezigheid en dat het niet de bedoeling was om zich te onttrekken aan de Nederlandse autoriteiten. De omstandigheid dat zij zich voor de overdrachtstermijn weer heeft gemeld leidt niet tot een ander oordeel, nu dat niet betekent dat in de tussentijd geen sprake is geweest van onderduiken in de zin van de Dublinverordening. De staatssecretaris stelt derhalve terecht dat de vreemdeling was ondergedoken.

Beroep ongegrond.
Rb Den Bosch, NL20.16749, 13.10.20
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:11050