Rb: wanneer recht op opvang tijdens procedure tegen afwijzing art-64-verzoek?

In deze procedure is de vraag gerezen tot wie eiser zich moest wenden voor continuering van zijn opvang tijdens de procedure tegen het besluit waarin de verlening van artikel 64 Vw is afgewezen.

Verweerder heeft ter zitting verklaard dat hij de volgende gedragslijn hanteert:
‘Het is mogelijk dat de vreemdeling bezwaar of beroep aantekent tegen een afwijzend besluit op grond van artikel 64 van de Vw. Ook kan de vreemdeling hoger beroep instellen tegen een uitspraak van de rechtbank. Wanneer hij of zij gelijktijdig een verzoek om een voorlopige voorziening indient om in afwachting van dat rechtsmiddel opvang te verkrijgen, kan de rechter het verzoek om een voorlopige voorziening toe- of afwijzen. Het indienen van dit verzoek om een voorlopige voorziening geeft geen recht op opvang. Dit kan alleen als de vreemdeling verzoekt dat hij wordt behandeld als ware hem uitstel van vertrek verleend op grond van artikel 64 van de Vw. Het is ook noodzakelijk dat de IND zich niet verzet tegen het toewijzen van het verzoek om een voorlopige voorziening, en dat in het dictum van de uitspraak van de voorzieningenrechter is opgenomen dat de vreemdeling moet worden behandeld als ware hem uitstel van vertrek verleend op grond van artikel 64 van de Vw.’

Rb Haarlem AWB 21/5413, 6.1.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2023:57