Het leven in de 'vluchtgarage' wordt steeds moeilijker. De uitgeprocedeerde asielzoekers die hier verblijven, hebben volgens de Nederlandse wet geen recht op voorzieningen zoals onderdak en voedsel. Al enkele keren hebben Nederlandse rechters besloten dat kwetsbare uitgeprocedeerde asielzoekers tóch recht hebben op basisvoorzieningen. Het College voor de Rechten van de Mens schrijft op 18 juni een reactie op de situatie in de vluchtgarage. Daarin gaat zij in op de vraag welke mensenrechten in het geding zijn en in hoeverre deze worden geschonden.
Artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) bepaalt dat:“Eenieder heeft recht op een levensstandaard die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waarbij inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil."
Dit recht is verder uitgewerkt in het:
Het IVESCR geldt voor iedereen, ook voor vreemdelingen zonder verblijfsstatus. Een adequate levensstandaard betekent onder andere toegang tot voedsel, kleding en onderdak. Mensen zijn zelf verantwoordelijk om in een adequate levensstandaard te voorzien. Als zij in een situatie terecht komen dat zij daar zelf niet meer voor kunnen zorgen, moet de overheid hen helpen.
Ook het ESH geeft een nadere uitwerking van adequate levensstandaard, maar vreemdelingen zonder verblijfsstatus vallen in principe niet onder het ESH. Voor kinderen maakt het verdragscomité bij het ESH (ECSR) een uitzondering. Kinderen zijn kwetsbaar en hebben wel recht op opvang, omdat zij anders in een hulpeloze situatie terecht komen. Daarnaast stelt het ECSR in een voorlopige beslissing uit 2013 dat Nederland moet zorgen voor onderdak, eten en kleding voor vreemdelingen zonder verblijfsstatus in een kwetsbare positie. Het Comité verzocht Nederland onmiddellijke maatregelen te nemen om het risico op ernstige en onherstelbare schade aan de integriteit van personen te voorkomen. Daarmee lijkt het Comité vreemdelingen zonder verblijfsvergunning toch onder het ESH te scharen.
Hoewel Nederland niet gebonden is aan uitspraken van het comité, stelt de Raad van State dat Nederland de beslissing wel uiterst serieus moet nemen. Nederland is lid bij het ESH, wat betekent dat het alles moet doen om te voorkomen dat het rechten uit het verdrag schendt.
CRM, 18.6.14
http://www.mensenrechten.nl/toegelicht/de-vluchtgarage-en-mensenrechten