Rb: afweging nodig of detentie onevenredig bezwarend is voor poolse verslaafde vrouw

De rechtbank acht het zorgvuldig dat de piketarts is gevraagd eiseres te bezoeken voordat eiseres is uitgeplaatst naar het detentiecentrum. .... Uit de stukken blijkt genoegzaam van de inzet van de betreffende betrokkenen en de zorgvuldigheid waarmee jegens eiseres is gehandeld.

De rechtbank constateert dat de piketarts gevraagd is te beoordelen of betrokkene detentieongeschikt is. Dit is echter niet hetzelfde als de beoordeling of oplegging van de maatregel onevenredig bezwarend is. Ook indien de derdelander niet detentieongeschikt is, kan medische problematiek, waaronder verslavingsproblematiek, tot de conclusie leiden dat oplegging van de maatregel onevenredig bezwarend is. Dit behoeft dan ook een kenbare motivering die méér behelst dan de mededeling van de piketarts dat de betrokkene niet detentieongeschikt is en die meeromvattende beoordeling dient overigens door verweerder te worden gemaakt. Dat een arts aangeeft dat iemand “insluitingswaardig” is, betekent enkel dat de medische problematiek niet absoluut in de weg staat aan de bewaringsmaatregel, maar bekent dus niet ook de maatregel niet onevenredig bezwarend is.

De rechtbank overweegt overigens dat gelet op de door de arts waargenomen gedragingen dat er geen goed gesprek met eiseres kon worden aangegaan, verweerder nader had moeten motiveren waarom de gedragingen van eiseres vanaf het moment van de strafrechtelijke aanhouding tot en met dat de piketarts haar bezoekt de oplegging van de maatregel niet onevenredig bezwarend maakt. De rechtbank spreekt dus niet uit dat eiseres niet in bewaring gesteld kon worden op dat moment, maar stelt een motiveringsgebrek vast. De rechtbank overweegt ook niet dat verslavingsproblematiek absoluut in de weg staat aan een inbewaringstelling, maar een verslavingsproblematiek kan, indien concrete feiten en omstandigheden daartoe aanleiding geven, een nadere motiveringsplicht meebrengen bij de oplegging en voortduring van de maatregel van bewaring.

De rechtbank concludeert dat de maatregel van aanvang af onrechtmatig is geweest.

Rb Roermond NL23.10925, 1.5.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:6208