Rb: bij hasa ivm LHBTI, partner met asielstatus horen

Eiser heeft aan zijn huidige aanvraag – onder meer – ten grondslag gelegd dat hij homoseksueel is, hij thans een relatie heeft met [naam 2] en dat [naam 2] in het bezit is van een asielvergunning, omdat de staatssecretaris diens homoseksuele gerichtheid geloofwaardig acht. Eiser wil met deze relatie zijn homoseksuele gerichtheid alsnog aannemelijk maken. Ter onderbouwing van deze relatie heeft eiser vier verklaringen van derden overgelegd. Eén daarvan is van zijn gestelde partner. Hoewel de rechtbank ziet dat eiser in de verschillende procedures wisselende verklaringen heeft afgelegd over zijn seksuele gerichtheid, heeft de staatssecretaris in dit geval niet zondermeer voorbij kunnen gaan aan het aanbod van eisers partner om hem te horen omtrent zijn relatie met eiser. Door eisers partner niet te horen heeft de staatssecretaris gehandeld in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. Het bestreden besluit komt reeds om die reden voor vernietiging in aanmerking.

Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen.

Rb Groningen NL23.34172, 5.12.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:18846