Rb: bijstand bij Chavez-zaak vanaf datum aanvraag, geen 3mnd wachttijd

De aanvraag van verzoekster om een bijstandsuitkering is afgewezen omdat zij volgens verweerder nog geen 3 maanden in NL is en art. 24 Richtlijn 2004/38 niet verplicht om gedurende de eerste drie maanden van verblijf bijstand toe te kennen aan een (gezinslid) van een Unieburger. Verzoekster heeft de Marokkaanse nationaliteit en heeft zich met haar twee minderjarige kinderen die de Nederlandse nationaliteit hebben in Nederland gevestigd. Op 25 januari 2021 heeft zij een aanvraag ingediend o.g.v. het arrest Chavez-Vilchez.

Verweerder wordt niet gevolgd in zijn betoog dat Richtlijn 2004/38 op verzoekster van toepassing is. Deze Richtlijn is van toepassing op EU-burgers die zich naar een ander EU-land, het gastland, begeven dan wel daar verblijven. Verzoekster is, zo is ter zitting gebleken, in januari 2021 vanuit Marokko naar Nederland gekomen. De Richtlijn is dan ook niet op verzoekster en haar kinderen van toepassing.

Vovo toegewezen: Verweerder dient met ingang van de datum van het vovo-verzoek aan verzoekster voorschotten toe te kennen naar de voor haar geldende norm, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat zij inwoont bij familie en zij (mogelijk) als kostendeler moet worden aangemerkt. Verweerder kan de voorschotten ook in de vorm van een lening verstrekken.

Rb Rotterdam, ROT 21/1984, 30.4.21