Rb: detentie mag voor zieke oude Surinamer, 40j in NL

Eiser stelt dat in zijn geval moet worden volstaan met een lichter middel, zoals een meldplicht. Eiser is [leeftijd] oud en heeft een ingewikkelde medische problematiek. Hij heeft artrose aan zijn heup en onderrug en heeft een stoma. Eiser verblijft sinds 1980 in Nederland zonder verblijfsvergunning en is een oud-Nederlander. Eiser stelt dat hij bij zijn kinderen die in Amsterdam wonen kan verblijven. Tot slot stelt eiser dat hij vanwege zijn medische problematiek detentieongeschikt is. Eiser verscheen met een lekkende stoma op het gesprek met een collega van eisers gemachtigde. …

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiser al 40 jaar illegaal in Nederland verblijft en dat de staatssecretaris er niet op kan vertrouwen dat eiser als hij op straat wordt gezet zal terugkeren naar Suriname. …

De rechtbank stelt vast dat eiser niet met (medische) stukken zijn medische problematiek heeft onderbouwd, niet heeft onderbouwd dat de zorgverlening in detentie niet voldoet, dat hij de detentie niet op verantwoorde wijze kan ondergaan, of dat zijn gezondheid in detentie is verslechterd. De staatssecretaris heeft ter zitting toegelicht dat niet wordt herkend dat er een tekort is aan medische benodigdheden en dat hier ook geen signalen toe zijn. Indien eiser problemen ondervindt met betrekking tot de verstrekking van medische benodigdheden kan hij dat in het detentiecentrum aankaarten. Het voorgaande maakt ook dat niet is gebleken dat de bewaring voor eiser onevenredig bezwarend is. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris geen aanleiding hoeven zien om de belangenafweging gelet op eisers medische situatie in het voordeel van eiser uit te laten vallen.

Het beroep is ongegrond.
Rb Groningen NL23.34230, 16.11.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:17532