Rb: geen bescherming LHBTI in Trinidad en Tobago

Trinidad en Tobago is sinds 2017 door verweerder aangemerkt als veilig land van herkomst, behalve voor LHBTI’ers.

De rechtbank is van oordeel dat uit de door eisers naar voren gebrachte landeninformatie, waarvan verweerder de inhoud niet betwist, genoegzaam blijkt dat er door de politie van Trinidad en Tobago geen effectieve bescherming tegen discriminatie door burgers of geweldplegingen van burgers jegens LHBTI’ers bestaat. Uit die informatie blijkt dat er wel aangifte kan worden gedaan door LHBTI’ers, maar ook dat die aangiftes niet leiden tot vervolging en veroordeling van actoren. Dat beeld komt overeen met wat eisers hebben verklaard over wat de politie heeft gedaan met de aangifte van de verkrachting van eiser 1 en de verklaring van eisers dat het onderzoek naar de moord op [naam 3] niet tot een veroordeling heeft geleid. ...

De rechtbank ziet grond ook te beoordelen of eisers gegronde vrees hebben voor discriminatie van de zijde van andere burgers van Trinidad en Tobago. Uit het relaas van eisers, dat wordt ondersteund door algemene landeninformatie, blijkt dat eisers hun seksualiteit in Trinidad en Tobago niet vrij hebben kunnen uiten. ... Dit terwijl van LHBTI’ers niet verwacht mag worden dat zij zich bij terugkeer naar hun land van herkomst terughoudend opstellen voor wat betreft de uiting van hun seksualiteit. In het licht hiervan heeft verweerder in de bestreden besluiten ten onrechte niet beoordeeld hoe ernstig de discriminatie zal zijn die eisers bij terugkeer naar Trinidad en Tobago zouden ervaren wanneer zij hun seksualiteit daar vrijelijk zouden uiten op een wijze die niet wezenlijk anders is dan die van een heteroseksueel. Uit de bestreden besluiten blijkt niet dat verweerder die beoordeling heeft gemaakt.

De beroepen van eisers zijn gegrond.
Rb Haarlem NL22.25517 en NL22.25518, 28.6.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:10787