Rb: geen opvang tijdens bezwaar+vovo art64

Het verzoek om toepassing van artikel 64 van de Vw is afgewezen. In ditzelfde besluit is overwogen dat verzoeker binnen vier weken het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie dient te verlaten en dat verstrekkingen op de voorgeschreven wijze zullen worden beëindigd. Het daartegen gemaakte bezwaar heeft verweerder kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek van verzoeker om de opvang te continueren heeft verweerder afgewezen.....

De voorzieningenrechter overweegt dat verzoeker niet behoort tot een van de in artikel 3, derde lid, van de Rva genoemde categorieën asielzoekers die recht hebben op opvang in een opvangvoorziening. Het indienen van het verzoek om een voorlopige voorziening hangende het bezwaar tegen het besluit tot afwijzing van de (ambtshalve) toepassing van artikel 64 van de Vw, heeft tot gevolg dat verzoeker de beslissing op zijn bezwaar in Nederland af mag wachten. Dit betekent echter niet dat ook de rechtsgevolgen van het besluit worden opgeschort, noch brengt dit met zich dat eiser rechtmatig in Nederland verblijft. Het indienen van het verzoek heeft dus niet tot gevolg dat verzoeker recht heeft op verstrekkingen zoals opvang. Dit betoog slaagt daarom niet.

Rb Middelburg AWB 23/3557, 12.4.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:5451