Uit het BMA-advies volgt dat eiser is gediagnosticeerd met schizofrenie. Hij verblijft in een maatschappelijke opvang waar toezicht is op consequente medicatie-inname, adequate zelfzorg en het behoud van een hygiënisch leefmilieu. Deze zorg zal blijvend noodzakelijk zijn. Er is sprake van een ernstig psychiatrisch ziektebeeld waarvoor in het verleden een klinische opname met een bopz-maatregel nodig is geweest. Indien de medicamenteuze behandeling en de maatschappelijke begeleiding niet gecontinueerd worden, wordt er op korte termijn een ernstig verlies van de zelfredzaamheid verwacht. De zelfzorg zal naar verwachting dermate verslechteren dat er sprake zal zijn van maatschappelijke teloorgang binnen de indicatieve termijn, waarvoor dan opnieuw een gedwongen opname nodig zal zijn. Bij het uitblijven van de genoemde behandelingen voor de schizofrenie verwacht de BMA-arts een medische noodsituatie binnen een indicatieve termijn van 3 tot 6 maanden. In het advies staat ook dat, gelet op de mate zelfredzaamheid en de noodzaak voor 24-uursbegeleiding en toezicht en de kans op gedragsproblemen bij oplopende spanningen in het verleden, een fysieke overdracht aan een psychiater in het land van herkomst gewenst is. Deze kan de gezondheidstoestand bij aankomst beoordelen en hier indien nodig naar handelen. De BMA-arts concludeert dat de noodzakelijke behandeling aanwezig is. De beschermende woonvorm waar eiser momenteel verblijft ia in Ethiopië niet aanwezig. Wel is er thuiszorg aanwezig door een psychiatrisch verpleegkundige. De minister heeft eisers aanvraag met beroep op het BMA-advies afgewezen….
De rechtbank stelt voorop dat uit vaste jurisprudentie van de Afdeling volgt dat de vergewisplicht van de minister niet zo ver strekt dat reeds bij het nemen van het bestreden besluit de fysieke overdracht geheel geregeld en gegarandeerd dient te zijn. De minister hoeft daarom ten tijde van het besluit niet te informeren naar de feitelijke uitvoerbaarheid van de fysieke overdracht of hierin inzicht te geven aan eiser. Ter zitting heeft de gemachtigde van de minister evenwel toegezegd dat eiser niet zal worden uitgezet als niet aan de reisvoorwaarden is voldaan. Uit het BMA-advies volgt verder de reisvoorwaarde van fysieke overdracht aan een psychiater in het land van herkomst. Hierbij is door het BMA een voorbeeld genoemd van een instelling die de fysieke overdracht kan bewerkstelligen. De minister heeft op zitting terecht aangevoerd dat de fysieke overdracht bedoeld is om de weerslag van de reis op te vangen en los moet worden gezien van het criterium van een medische noodsituatie. De rechtbank volgt eiser dan ook niet in zijn standpunt dat in het kader van de reisvoorwaarde eveneens moet worden beoordeeld of medische behandeling beschikbaar is.
Beroep ongegrond.
Rb Groningen AWB 25-8171, 1.8.25
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:14328