Uit het nader gehoor blijkt onder meer dat eiser kampt met PTSS en dat traumagerichte therapie niet start omdat er -kort gezegd- een te hoog risico op suïcide ontstaat bij een dergelijke behandeling....
Verweerder heeft het asielrelaas ongeloofwaardig mogen achten en zich formeel mogen verweren tegen de andere verzoeken om verblijfsaanvaarding. Ook indien alle besluiten in alle procedures uiteindelijk juridisch juist zouden blijken te zijn, zou het naar het oordeel van de rechtbank wenselijk zijn, zeker nu verweerder uitdraagt invulling te willen geven aan “de menselijke maat in het vreemdelingenrecht”, om zich ervan te vergewissen of berust kan worden in verblijfsaanvaarding omdat eenvoudigweg niet onaannemelijk is dat de gevolgen voor eiser na terugkeer naar zijn land van herkomst buitengewoon ernstig kunnen zijn. Eiser heeft verklaard geen volwassen familieleden te hebben tot wie hij zich kan wenden. Het is ongewis of eiser de begeleiding van vrijwilligers die hij thans ontvangt zal kunnen verkrijgen in Liberia. Ook indien verweerder mocht concluderen dat sprake is van adequate opvang en daarom niet tot verblijfsaanvaarding hoeft te worden overgegaan of een mogelijk te verlenen verblijfsrecht na bereiken van meerderjarigheid is beëindigd, is niet onvoorzienbaar welke gevolgen terugkeer voor eiser zal hebben als het gaat om het basale in staat zijn om te overleven. De rechtbank geeft verweerder daarom sterk in overweging om zich niet alleen van de juridische merites van de onderhavige procedures rekenschap te geven, maar ook van de persoon van eiser zoals die uit de medische stukken blijkt en zoals waargenomen ter zitting en zich bewust te zijn van de (on)mogelijkheden van eiser om zich in Liberia als jongvolwassene zelfstandig staande te houden en in wezen in staat te zijn om te overleven.
Verweerder wordt in de gelegenheid gesteld om te voldoen aan de opdracht van de rechtbank.
Rb den Bosch NL21.11233T, 12.10.22
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2022:10437