Eiser is een alleenstaande minderjarige die slechts vijf maanden van zijn leven in Somalië heeft verbleven, slecht Somalisch spreekt en in het geheel geen netwerk heeft in Mogadishu. Hoewel afkomst in Mogadishu een minder grote grol speelt dan in de rest van Somalië, is wel van belang dat eiser in het geheel geen banden heeft met de Ashraf-stam waartoe hij behoort. Verweerder kon zich dan ook niet zonder meer op het standpunt stellen dat eiser de bescherming van zijn stam kan inroepen, te meer nu eiser stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat deze stam in Somalië in een kwetsbare positie verkeert. Ook ten aanzien van de groep terugkeerders uit Jemen is niet gebleken dat eiser daadwerkelijk bescherming kan krijgen. Bovendien is het merendeel van deze terugkeerders blijkens het ambtsbericht gevestigd in Puntland en Somaliland, terwijl eiser terug zou moeten keren naar Mogadishu. Nu eiser geen gedegen opleiding heeft genoten zal het voor hem – ondanks eventuele financiële steun van zijn broers in Nederland – extra moeilijk zijn om een bestaan op te bouwen, zoals eveneens blijkt uit het ambtsbericht. Daarnaast beschrijft het ambtsbericht het risico voor jonge mannen in Mogadishu om slachtoffer te worden van een anti-Al-Shabaab razzia van de overheid of van gedwongen rekrutering door Al-Shabaab. Gelet op de hiervoor beschreven omstandigheden kan niet zonder meer worden aangenomen dat dit risico voor eisers beheersbaar is.
Beroep gegrond.
Rb Middelburg 16/11464, 23.6.16
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2016:7759