Rb: verminderde verwijtbaarheid geen verzekering tijdens looptijd Chavez-aanvraag

Eiseres heeft op 23 december 2020 een Chavez-vergunning aangevraagd. Deze is na een eerste afwijzing op 20 augustus 2021 op 15 maart 2022 in bezwaar alsnog gegrond verklaard.

Eiseres heeft niet binnen de gestelde termijn een zorgverzekering afgesloten. Verweerder heeft daarom op 6 september 2021 een boete opgelegd ter hoogte van € 426,24. Ook heeft verweerder eiseres opgedragen vóór 6 december 2021 een zorgverzekering af te sluiten. Anders legt verweerder haar een tweede boete op.....

De rechtbank oordeelt dat in de gegeven omstandigheden wel sprake is van verminderde verwijtbaarheid. Daartoe overweegt de rechtbank dat eiseres op 20 augustus 2021 een besluit van de IND heeft ontvangen, waarin staat dat zij geen verblijfsrecht meer heeft in Nederland. Eiseres mocht er naar het oordeel van de rechtbank daarom van uitgaan dat zij dus niet verzekeringsplichtig was. Het kan naar het oordeel van de rechtbank niet geheel voor rekening en risico komen dat de IND het besluit van 20 augustus 2021 heeft herzien, waardoor achteraf blijkt dat eiseres in deze periode wel rechtmatig verblijf had en dus verzekeringsplichtig was.

Onder deze omstandigheden is het naar het oordeel van de rechtbank niet volledig aan eiseres toe te rekenen dat zij niet vóór het verstrijken van de termijn in de aanmaning een zorgverzekering heeft afgesloten. Het is gelet op de omstandigheden die in deze zaak spelen naar het oordeel van de rechtbank onevenredig om eiseres de volledige boete op te leggen.

De rechtbank ziet daarom aanleiding om vanwege verminderde verwijtbaarheid de opgelegde boete te matigen.
Rb Utrecht UTR 22/1792, 29.9.22
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2022:4462