Rb: vrijstelling paspoortvereiste Armeense voor verblijf bij familie, onbekend in Armenië

De rechtbank stelt vast dat eiseres bij haar aanvraag heeft verklaard dat zij niet in het bezit is van een paspoort en verzoekt om vrijgesteld te worden van het paspoort- en mvv-vereiste. De staatssecretaris heeft afwijzend beslist op de aanvraag. Bij haar bezwaarschift heeft eiseres een verklaring bijgevoegd van het “Passport and Visa department of Police of the Republic Armenia” (de verklaring) , over het niet geregistreerd staan van eiseres in het paspoortregister.

De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat eiseres pas ten tijde van de hoorzitting voldeed aan de vereisten voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 8 van het EVRM. Op die hoorzitting zijn immers geen nieuwe stukken of bescheiden overgelegd. Eiseres heeft namelijk al bij haar aanvraag aangegeven dat zij in bewijsnood verkeert als het gaat om het overleggen van identificerende documenten en dat zij meerdere keren een paspoort heeft proberen aan te vragen bij de Armeense autoriteiten. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres uiterlijk met het bezwaarschrift aan de op haar rustende bewijslast voldaan.

Rb Arnhem NL23.34182, 26.3.24
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:4188