Uit de rechtspraak van het EHRM volgt dat voor de vaststelling van gezinsleven tussen ouders en meerderjarige kinderen die jongvolwassen zijn en nog geen eigen gezin hebben gesticht niet is vereist dat meer dan de normale emotionele banden bestaan. In deze zaak heeft de staatssecretaris niet deugdelijk gemotiveerd dat er geen sprake zou zijn van gezinsleven. (...)
Volgens de staatssecretaris is inmenging in het gezinsleven gerechtvaardigd, omdat het belang van het voeren van een restrictief toelatingsbeleid en het economische belang van de Nederlandse staat zwaarder wegen dan het belang van de vreemdeling en zijn gezinsleden om het gezinsleven in Nederland te kunnen uitoefenen. Volgens de staatssecretaris is Mexico het meest voor de hand liggende land om het gezinsleven uit te oefenen, waarbij van belang is dat artikel 8 van het EVRM geen recht geeft op vrije domiciliekeuze. Met deze motivering heeft de staatssecretaris alsnog deugdelijk gemotiveerd dat de afwijzing van de mvv-aanvraag niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM.
De Afdeling besluit dat het Hoger Beroep gegrond is maar dat de rechtsgevolgen in stand blijven.
RvS 201605600/1/V1, 29.5.17
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2017:1417