RvS: onderzoeksplicht NL of rechten NLs kind in Zwitserland voldoen aan vereisten als EU-burger

Zwitserland is geen lid van de Europese Unie en behoort daarom niet tot het grondgebied van de Europese Unie. In aanmerking genomen dat het minderjarig kind van de vreemdeling een Unieburger is, niet in geschil is dat de vreemdeling de hoofdverzorger van hem is en de staatssecretaris voornemens is om hem terug te sturen naar Zwitserland, heeft de vreemdeling voldoende gegevens verstrekt. Dit betekent dat de onderzoeksplicht bij de staatssecretaris is komen te liggen. In dat verband moet de staatssecretaris nader onderzoeken of uit de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, en de daarop gebaseerde Besluiten van het Gemengd Comité volgt dat het minderjarig kind in Zwitserland alle rechten kan genieten die ingevolge artikel 20 van het VWEU aan zijn Unieburgerschap zijn verbonden, en of in Zwitserland een verblijfsrecht bestaat voor de vreemdeling.

De rechtbank heeft dus terecht overwogen dat de staatssecretaris het besluit ondeugdelijk heeft gemotiveerd en dat daaraan een onzorgvuldig onderzoek naar de feiten ten grondslag ligt, zodat de rechtbank het besluit terecht heeft vernietigd.

Het hoger beroep is kennelijk ongegrond.
RvS 201807027/1/V1, 12.9.19
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2019:3137