RvS: vreemdelingentoezicht na reguliere controle toegestaan

Uit het proces-verbaal blijkt duidelijk dat de verbalisanten naar een adres zijn gegaan in het kader van de uitoefening van de algemene politietaak, namelijk nadat ze een melding kregen over een ruzie. De vreemdeling is daar vervolgens aangehouden wegens verdenking van het overtreden van artikel 447e Sr. Dat de verbalisanten in het proces-verbaal hebben vermeld dat zij in overleg met de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) tot de aanhouding van de vreemdeling zijn overgegaan, is in overeenstemming met de Instructie Identificatieplicht over de uitoefening van bevoegdheden op grond van de wet op de identificatieplicht (Stcrt. 2016, nr. 70055). Volgens die Instructie is er sprake van overtreding van artikel 447e Sr wanneer een vreemdeling geen bewijs van zijn verblijfsrechtelijke positie kan tonen en dient in dat geval overleg plaats te vinden met de AVIM met het oog op een mogelijke overdracht van de betrokkene ten behoeve van de uitvoering van de Vw 2000.

Anders dan de rechtbank lijkt aan te nemen heeft de AVIM niet uitsluitend tot taak toezicht te houden op de uitvoering van die wet. De grief slaagt.

Het hoger beroep is gegrond.
RvS 202004750/1/V3, 8.10.20
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2020:2400