Naar aanleiding van het Algemeen Ambtsbericht Somalië van december 2013 zijn in de brief van aan de Tweede Kamer van 17 januari 2014 de beleidsgevolgen beschreven en toegelicht.
Sinds eind 2012 wordt de situatie in Mogadishu in het landenbeleid niet langer gekwalificeerd als een gebied waar sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 15c van de Kwalificatierichtlijn omdat de veiligheidssituatie in de periode daarvoor geleidelijk is verbeterd. Volgens het nieuwe ambtsbericht is de situatie in delen van Mogadishu sinds april 2013 verslechterd. De situatie is evenwel niet zodanig verslechterd dat artikel 15c weer aan de orde is. De belangrijkste redenen voor deze conclusies zijn dat het centrum van de stad nog steeds relatief veilig is vooral voor gewone burgers en dat het geweld veelal gericht van aard is.
Op basis van de informatie in het ambtsbericht over de houding van Al-Shabaab in gebieden die onder haar controle staan of waar zij grote invloed heeft ten opzichte van bepaalde groepen die in de negatieve aandacht van Al-Shabaab staan, zijn aandachtsgroepen aangewezen. Deze groepen, uit Mogadishu of uit overige delen van Zuid- en Centraal-Somalië die onder controle staan van Al-Shabaab of waar Al-Shabaab een reële bedreiging vormt, kunnen in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw. Er is sprake van een individuele toets waarbij de asielzoeker aannemelijk moet maken dat hij behoort tot een dergelijke groep én dat hij persoonlijk in die hoedanigheid risico’s loopt van de zijde van Al-Shabaab.
De informatie in het ambtsbericht geeft aanleiding om niet op voorhand uit te sluiten dat personen die behoren tot één van de aandachtsgroepen en te vrezen hebben van Al-Shabaab, deze vrees buiten het herkomstgebied ook ondervinden. Als er individuele aanknopingspunten zijn dat de persoon zich elders in Zuid- en Centraal-Somalië kan vestigen buiten de invloed van Al-Shabaab, wordt getoetst of er een vestigingsalternatief kan worden tegengeworpen.
WBV 2014/6, 27.2.14 in Staatscourant Nr. 6969, 7.3.14
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-6969.html