In het beleid ten aanzien van gezinshereniging in het kader van nareizende gezinsleden (hoofdstuk C2) zijn er een aantal tekstuele wijzigingen aangebracht.
Als het meerderjarige kind ten tijde van het vertrek van de hoofdpersoon uit het land van herkomst (dan wel het land van bestendig verblijf) minderjarig was, wordt de gezinssituatie ten tijde van het vertrek van de hoofdpersoon het uitgangspunt bij de beoordeling van de feitelijke gezinsband. In dit geval volstaat het dat de hoofdpersoon aantoont dat het inmiddels meerderjarig geworden kind tot aan zijn vertrek uit het land van herkomst (dan wel land van verblijf) tot zijn gezin heeft behoord.
WBV 2014/33, 10.12.14; Staatscourant Nr. 36324, 17.12.14
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-36324.html