De aanvraag van verblijf bij echtgenoot resp. stiefvader is afgewezen omdat referent, die sinds 2008 een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid heeft, niet aan het middelenvereiste voldoet.
Het beleid dat verweerder blijvende en volledige arbeidsongeschiktheid a.b.i. art. 3.22 lid 2 Vb in ieder geval niet aanneemt als de referent een WIA-uitkering o.g.v. de WGA ontvangt, waardoor vrijstelling van het middelenvereiste bij iedere WGA-uitkering is uitgesloten, is onredelijk. Het enkele gegeven dat referent een WGA-uitkering ontvangt is o.g.v. het beleid voldoende om hem niet blijvend en volledig arbeidsongeschikt te achten. Een zodanig beleid, waarbij geen ruimte bestaat om een blijvende en volledige arbeidsongeschiktheid ook aan te nemen als de hoofdpersoon al gedurende een groot aantal jaren een WGA-uitkering ontvangt, is te categorisch en grofmazig. De Rb neemt hierbij mede in aanmerking dat de WIA de mogelijkheid klaarblijkelijk niet uitsluit dat een WGA-uitkering wordt verstrekt, zonder dat (binnen afzienbare tijd) uitzicht bestaat op een lVA-uitkering of terugkeer naar de arbeidsmarkt. Beroep gegrond.
Rb Amsterdam (mk), AWB 15/12696, 25.4.16