Rb: risico bloedwraak Afghanistan neemt toe met de jaren; geen vestigingsalternatief Kabul

De staatssecretaris gaat ervan uit dat de vreemdeling zijn hele leven te vrezen heeft voor bloedwraak. Uit het Algemeen Ambtsbericht 2016 blijkt dat bloedwraak ook een sluimerende vete kan betreffen, die pas na generaties gewroken wordt (p. 37). Van een geschikt vestigingsalternatief kan daarom pas worden gesproken als de vreemdeling zijn aanwezigheid in Kabul tot in lengte van jaren verborgen weet te houden voor zijn oom. Uit het aangevoerde volgt dat de vreemdeling de bloedwraak niet blijvend kan ontlopen bij vestiging in Kabul. Blijkens het ambtsbericht is een individu voor bescherming in de eerste plaats afhankelijk van zijn eigen netwerk en relaties, vaak gebaseerd op jarenlange familiebanden, dorpsverhoudingen en etnische tradities (p. 78). De vreemdeling beschikt echter in het geheel niet over een netwerk of relaties in Kabul. Hij zal bij aankomst dan ook worden geconfronteerd met vragen naar zijn herkomst, men zal willen weten tot welke familie hij behoort en uit welke streek hij komt. Daarmee wordt de geloofwaardig geachte bloedwraak een reëel risico voor de vreemdeling. Daarbij werkt het tijdsverloop niet in het voordeel van de vreemdeling, de kans dat de oom hem uiteindelijk in Kabul weet te vinden neemt met het verstrijken van de tijd toe. Hieruit volgt dat de staatssecretaris, gelet op de geloofwaardig geachte bloedwraak, onterecht een vestigingsalternatief in Afghanistan heeft tegengeworpen.

Rb Amsterdam, NL18.17648, 29.3.19