RvS: geen algemeen risico Sahrawi, kan Marokkaans paspoort krijgen

De staatssecretaris voert terecht aan dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het feit dat Nederland de annexatie van de Westelijke Sahara niet erkent, niet betekent dat hij bij de beoordeling van de aanvraag niet mag uitgaan van de nationaliteitstoekenning op grond van de Marokkaanse wetgeving. Dit laat immers onverlet dat Marokko feitelijk gezag uitoefent in de Westelijke Sahara. De vreemdeling heeft weliswaar gesteld dat hij geen Marokkaans paspoort heeft en niet om de Marokkaanse nationaliteit heeft gevraagd, maar dat is in het licht van de nationaliteitstoekenning op grond van de Marokkaanse wetgeving onvoldoende om aan te nemen dat hij niet de Marokkaanse nationaliteit heeft. Het betoog slaagt in zoverre....

De staatssecretaris heeft in beroep de rechtbank desgevraagd nader geïnformeerd over de vraag in hoeverre hij bij de herbeoordeling van 11 juni 2018 van Marokko als veilig land van herkomst rekening heeft gehouden met het door Marokko gecontroleerde deel van de Westelijke Sahara. De staatssecretaris heeft in die brief verklaard dat hij rekening heeft gehouden met wat over de situatie in de Westelijke Sahara is vermeld in het landenrapport van het US Department of State over 2017 en in het rapport van Human Rights Watch van 18 januari 2018. Bij de herbeoordeling is betrokken dat in 2016 een nieuwe wet is aangenomen die voorziet in vrijheid van pers en elektronische media, maar dat volgens beide rapporten die wet niet voorkomt dat journalisten strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor het bekritiseren van de islam, de monarchie of het officiële standpunt van de regering betreffende de Westelijke Sahara, aldus de staatssecretaris. Verder heeft hij in die brief verklaard dat de slotconclusie bij de herbeoordeling was - voor zover hier relevant - dat verhoogde aandacht wordt gevraagd als het gaat om personen die met strafrechtelijke vervolging te maken krijgen en dat daaronder ook kunnen vallen activistische Sahrawi die vanwege dat activisme strafrechtelijk worden vervolgd. Gelet op de ongeloofwaardigheid van het asielrelaas heeft de vreemdeling echter niet aannemelijk gemaakt dat Marokko in zijn specifieke geval geen veilig land van herkomst is, aldus de staatssecretaris.

De vreemdeling heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij wegens politiek activisme in de negatieve belangstelling is komen te staan van de Marokkaanse autoriteiten of om die reden strafrechtelijk wordt vervolgd. Alleen al hierom faalt de beroepsgrond. Het beroep is ongegrond.

RvS 201908202/1/V1, 9.9.20
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2020:2157