IB 2025/5: ook niet-tijdelijk verblijfsrecht als ouder van (minderjarige) EU-burger

Op 7 september 2022 heeft het Hof in het arrest E.K. geconcludeerd dat een lidstaat een derdelander met het Chavez-verblijfsrecht niet de EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen mag onthouden met het argument dat het Chavez-verblijfsrecht tijdelijk en afhankelijk van aard is. 
Gelet op de motivering van het Hof, heeft de Staatssecretaris Rechtsbescherming besloten dat er nog twee andere categorieën afgeleid EU-verblijfsrecht van derdelands-ouders bij (minderjarige) kinderen zijn die als niet tijdelijk beschouwd moeten worden:

  • Verblijf als verzorgende ouder bij een minderjarige Unieburger op grond van artikel 21 VWEU, en
  • Verblijf bij een (minderjarig) kind dat studeert op grond van artikel 10 van Verordening (EU) 492/2011

Bovengenoemde categorieën komen in aanmerking voor naturalisatie als zij aan de overige voorwaarden voor naturalisatie voldoen. Er zijn geen bedenkingen met betrekking tot de tijdelijkheid van de verblijfsvergunning meer tegen het verblijf voor onbepaalde tijd in hun geval.

https://puc.overheid.nl/ind/doc/PUC_1362638_1/1/, 26.2.25