IB 2022/96: toelating afhankelijke familieleden bij EU-burger

Dit Informatiebericht gaat over de voorwaarden voor verblijfsrecht van familieleden van EU-burgers die niet behoren tot het kerngezin. Deze worden toegelaten als sprake is van een relatie van afhankelijkheid ‘die gebaseerd is op een nauwe, duurzame persoonlijke band die is ontstaan in hetzelfde huishouden en in het kader van een gemeenschappelijk huiselijk leven, welke verder gaat dan louter samenwonen om praktische redenen. Het is aan het familielid om deze band aan te tonen.’

Om te toetsen of er sprake is van zo’n dergelijke band is onder meer van belang:

  • De hechtheid van de betrokken familierelatie;
  • De reciprociteit en de intensiteit van de band. De band moet van dien aard zijn dat als het andere familielid in het gastland niet zou kunnen inwonen bij de Unieburger, minstens een van beiden daaronder zou lijden;
  • Duur van het samenleven.

Dit gaat niet zo ver dat die band zodanig is dat de Unieburger zijn vrij verkeer-rechten niet zou uitoefenen indien het andere familielid hem niet zou kunnen vergezellen of volgen. Dan zou je immers dit andere familielid gelijkstellen met familieleden die worden genoemd in artikel 2, tweede lid, Richtlijn 2004/38.

IB 2022/96, 20.10.22

https://puc.overheid.nl/ind/doc/PUC_1295324_1/1/