Rb: erkenning Britse geboorteakte buitenhuwelijkse kinderen met NLse vader, Nederlanderschap

De familierechtelijke betrekking tussen de vader en zijn kinderen volgt uit de gelegaliseerde Britse geboorteakten van de kinderen. Deze komt voor erkenning in aanmerking, tenzij zich een van de weigeringsgronden voordoet. Daarbij komt het aan op de vraag of de erkenning van die familierechtelijke betrekking onverenigbaar is met de openbare orde. Volgens de rb is hiervan geen sprake. De kinderen zijn geboren uit de relatie tussen verzoeker en de moeder van de kinderen. Weliswaar kon tot 2014 erkenning van de kinderen niet van rechtswege worden erkend als verzoeker met een ander dan de moeder was gehuwd, maar dit artikel is komen te vervallen.

Voorts blijkt naar het oordeel van de rb uit de stukken voldoende dat de moeder heeft ingestemd met de erkenning door verzoeker van de kinderen. Van een schijnhandeling is voorts niet gebleken. Uit het voorgaande volgt dat de Britse erkenning kan worden erkend.

Op grond van art. 4 RWN verkrijgt een minderjarige vreemdeling die door een Nederlander wordt erkend van rechtswege het Nederlanderschap op het tijdstip van de erkenning. ...Het voorgaande brengt mee dat de erkenning van de kinderen door verzoeker bij de aangifte van hun geboorte er alleen dan toe heeft geleid dat de kinderen het Nederlanderschap hebben verkregen indien aannemelijk is dat op dat tijdstip tussen verzoeker en de kinderen een nauwe persoonlijke betrekking bestond dan wel dat tussen verzoeker en de moeder sprake is van een band die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn is te stellen. De rb is van oordeel dat tussen verzoeker en de kinderen ten tijde van de erkenning sprake was van een nauwe persoonlijke betrekking. Voor zover een nauwe persoonlijke betrekking tussen verzoeker en de kinderen onvoldoende zou zijn aangetoond, is de rb van oordeel dat er ook sprake is van een band, die in voldoende mate op één lijn is te stellen met een huwelijk tussen verzoeker en de moeder van de kinderen, nu hij in 2008 een islamitisch huwelijk is aangegaan met de moeder van de kinderen en zij sindsdien samenleven. Het voorgaande betekent dat de kinderen vanaf de datum van hun respectievelijke erkenning door verzoeker in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit.

Rb Den Haag (mk civiel), C/09/632424 / HA RK 22-290, 22.6.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:8981