Rb: faciliterend visum voor Pakistaans voorkind voor inreis naar moeder+NLse zussen/broers

Eiseres woont in Pakistan samen met haar moeder en vier Nederlandse minderjarige broers en zussen. Haar vader woont in Nederland en heeft de Nederlandse nationaliteit. Aan de moeder van eiseres is een faciliterend visum afgegeven, omdat zij de verzorgende ouder van de vier Nederlandse minderjarige kinderen is. De moeder van eiseres wil met al haar kinderen naar Nederland reizen om een EU-verblijfsdocument aan te vragen. Omdat eiseres niet de Nederlandse nationaliteit bezit, heeft zij een aanvraag voor een faciliterend visum gedaan.

Verweerder heeft een verkeerd toetsingskader gehanteerd. Verweerder had aan de hand van de door eiseres overgelegde informatie moeten beoordelen of de weigering om haar een faciliterend visum te verlenen tot gevolg had dat haar moeder en daardoor ook haar Nederlandse broers en zussen feitelijk werden gedwongen om het grondgebied van de EU te verlaten. Bij deze beoordeling had verweerder ook moeten betrekken dat in een andere procedure van eiseres, waarbij eiseres een mvv-aanvraag heeft gedaan op grond van art. 8 EVRM, heeft geconcludeerd dat sprake is van familie- en gezinsleven tussen eiseres en haar moeder en minderjarige broers en zussen. Bovendien had verweerder eiseres moeten horen. 

VK Rb Amsterdam, NL22.25190, 10.8.23