Rb: geen medische behandeling in Nigeria voor vrouw met ernstige PTSS

De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat eiseres ernstige medische problemen heeft waarvoor in eerdere jaren verblijf aan haar is verleend. Verder komt uit het dossier een beeld naar voren dat eiseres een kwetsbaar psychisch evenwicht heeft en daardoor beperkt zelfredzaam is. Zij kan niet voor zichzelf zorgen en heeft dagelijks ondersteuning nodig. Als zij geen hulp krijgt en niet voor haarzelf kan zorgen, dan verergeren haar medische klachten. Daarvoor is eiseres nu ook in behandeling bij het ACTteam. Ook hebben de behandelaars aan de hand van concrete voorbeelden beschreven wat er met eiseres gebeurt als zij in stressvolle situaties verkeert, namelijk dat eiseres meer cognitieve en emotionele verwarring vertoont en minder zelfcontrole en zelfbeschikking ervaart. Zij raakt in paniek en is ook niet meer aanspreekbaar. De rechtbank heeft zelf ter zitting geconstateerd dat zij bij de aanvang van de zitting met eiseres een gesprek kon voeren maar dat dit na een uur, aan het eind van de zitting, vrijwel niet meer mogelijk was. Dit heeft de gemachtigde van verweerder ook kunnen waarnemen. Verder hebben de behandelaars meermaals aangegeven dat eiseres langdurige en intensieve zorg nodig heeft en dat een CGT-behandeling in het verleden niet is geslaagd. Daarnaast hebben de behandelaars erop gewezen dat, ondanks een actieve behandeling middels schematherapie en individuele psychotherapie, sprake is van een achteruitgang in het psychiatrisch beeld en maatschappelijk functioneren van eiseres.

Het BMA heeft de twee brieven van de behandelaars weliswaar bij de advisering betrokken, maar uit de (algemene) reacties van het BMA blijkt niet dat de uitgebreide concrete medische informatie van de behandelaars zijn gekoppeld aan de voorgeschreven alternatieve behandeling in Nigeria. Het BMA-advies en de daarop gedane aanvullingen zijn op dit punt daarom niet inzichtelijk en concludent. Het lag op de weg van verweerder om daar, in het kader van de vergewisplicht, nadere informatie over op te vragen bij het BMA. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich er onvoldoende van vergewist dat het BMA-advies en de aanvullingen daarop zorgvuldig tot stand zijn gekomen en inzichtelijk en concludent zijn. De omstandigheid dat in deze procedure het BMA vier keer is geraadpleegd, maakt nog niet dat sprake is van zorgvuldig tot stand gekomen adviezen. De beroepsgrond van eiseres slaagt.

Rb Amsterdam AWB 21/2434 en 21/2435, 26.4.22
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2022:3854