Rb: geen vrijstelling mvv-vereiste als vergunning nooit is opgehaald

Eiser vraagt vrijstelling van het mvv-vereiste ivm aanvraag verblijf bij partner. Dit is geweigerd.

De rechtbank volgt verweerder in het standpunt dat het verlenen van een mvv niet gelijkstaat aan het verlenen van een verblijfsvergunning. Volgens artikel 14, tweede lid, van de Vw moet aan de houder van een geldige mvv binnen twee weken nadat zij zich heeft aangemeld ambtshalve een verblijfsvergunning worden verleend. Niet in geschil is dat eiseres zich niet heeft aangemeld om de verblijfsvergunning in ontvangst te nemen. Toen eiseres in Nederland is aangekomen, kwam verweerder erachter dat eiseres was afgemeld voor de studie. De verblijfsvergunning is dus nooit aan haar verleend. Eiseres heeft daarom nooit rechtmatig verblijf gehad, zoals wel is vereist om te worden vrijgesteld van het mvv-vereiste. Om deze reden heeft verweerder kunnen concluderen dat eiseres niet kon worden vrijgesteld van het mvv-vereiste.

Rb Amsterdam AWB 23/197 en AWB 23/198, 7.7.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:15597