Rb: geen zicht op uitzetting naar Mali, bewaring onrechtmatig

De vreemdeling heeft gesteld dat zicht op uitzetting naar Mali binnen redelijke termijn ontbreekt, daartoe verwijst hij naar de afdelingsuitspraak van 17 maart 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:816). De rechtbank overweegt dat uit die betreffende uitspraak blijkt dat op de nieuwe ambassade presentaties kunnen worden ingepland nadat de de nieuwe ambassadeur een gesprek heeft gehad met DT&V. Een datum van dit gesprek, over het laissez-passerproces was nog niet bekend. De Afdeling concludeerde dat zicht op uitzetting om deze reden ontbrak. De staatssecretaris heeft geen nadere informatie kunnen verschaffen over de stand van zaken van voornoemd proces. De rechtbank acht geen concrete aanknopingspunten aanwezig dat vreemdelingen op korte termijn naar Mali kunnen worden uitgezet. Derhalve ontbreekt zicht op uitzetting en is de bewaring onrechtmatig.

Beroep gegrond (vrijheidsontneming).
Rb Amsterdam, 16/21781 en 16/21782, 7.10.16