Rb: ivm corona onderzoek nodig naar beschikbaarheid noodzakelijke medische zorg in Iran

Uit het BMA-advies van 18 maart 2020 komt naar voren dat eiser bij het uitblijven van de noodzakelijke medische behandeling op korte termijn in een medische noodsituatie terecht kan komen. Vast staat dus dat eiser op grond van zijn gezondheidstoestand bij uitblijven van medische behandeling een reëel risico loopt op een met artikel 3 van het EVRM verboden handeling. Omdat het BMA heeft geconcludeerd dat medische behandeling voor eiser in Iran aanwezig is, wordt dit risico echter weggenomen, zo stelt verweerder. Het BMA baseert deze conclusie op diverse brondocumenten uit 2019.

Eiser betoogt dat bij deze conclusie van het BMA niet is betrokken de uitbraak van het coronavirus. Uit de door eiser ingebrachte informatie blijkt dat Iran veel corona-besmettingen heeft en de gezondheidszorg daardoor ernstig onder druk staat. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser hiermee twijfel gezaaid over het oordeel dat eiser in Iran toegang tot medische behandeling heeft. Gelet op deze twijfel ligt het op de weg van verweerder om nader onderzoek te (laten) doen naar en helderheid te verschaffen over de toegang voor eiser tot de voor hem noodzakelijke medische behandeling in het licht van de effecten van het coronavirus op de gezondheidszorg in Iran.

Het betoog van eiser slaagt.
Rb Arnhem AWB 20/5743, 1.12.20
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:12229