Rb: vrijstelling inburgeringsvereiste voor verblijf bij vll-partner in NL vanuit Italië

Eiseres voert aan dat zij is vrijgesteld van het inburgeringsvereiste omdat referent een asielstatus heeft.

Uit de Vreemdelingenwet volgt dat de aanvraag niet wordt afgewezen als de vreemdeling in Nederland wil verblijven als gezinslid van een houder van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde of onbepaalde tijd. Nu referent een houder is van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd en eiseres bij hem wil verblijven, is zij gelet op het voorgaande vrijgesteld van het inburgeringsvereiste. Verweerder heeft dit ten onrechte niet onderkend. Op het mvv-vereiste na voldoet eiseres dan ook aan alle overige voorwaarden voor gezinshereniging. Gelet hierop heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd waarom eiseres niet in aanmerking komt voor vrijstelling van het mvv-vereiste.

De rechtbank zal het beroep gegrond verklaren en het bestreden besluit vernietigen.
Rb Amsterdam 22/637 en 22/638, 7.9.22
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2022:12530