Rb: zelf-gecreeerde staatloosheid geen reden asiel

De rechtbank is van oordeel dat verweerder het paspoortvereiste aan eiser heeft kunnen tegenwerpen. Hiertoe acht de rechtbank van belang dat uit het dossier blijkt, en eiser ook ter zitting heeft erkend, dat eiser geen poging heeft gedaan om van de Georgische autoriteiten een paspoort te krijgen. Evenmin heeft hij pogingen ondernomen de Russische nationaliteit te (her)krijgen. Eiser heeft dan ook niet aannemelijk gemaakt dat hij niet meer in het bezit zal worden gesteld van een paspoort van Georgië of Rusland. De rechtbank komt gelet hierop niet toe aan de vraag of ook het mvv-vereiste kon worden tegengeworpen.

Verder overweegt de rechtbank dat, hoewel artikel 8 van het EVRM niet een recht op het krijgen van een nationaliteit of van burgerschap garandeert, staatloosheid in zeer bijzondere gevallen kan leiden tot schending van artikel 8 van het EVRM. In het geval van eiser is van zo’n bijzondere omstandigheid geen sprake. Het kan immers, door toedoen van eiser, niet worden vastgesteld dat de Georgische autoriteiten, of de Russische autoriteiten, aan eiser geen paspoort (meer) willen afgeven. Zoals eerder vastgesteld, heeft eiser geen poging gedaan om de Georgische nationaliteit dan wel de Russische nationaliteit te (her)krijgen. Het staat daarom niet vast dat eiser niet door een andere staat wordt geaccepteerd, zodat het op dit moment ontbreken van een nationaliteit niet betekent dat verweerder artikel 8 van het EVRM schendt door eiser geen verblijf toe te staan. Deze beroepsgrond slaagt evenmin.

Het beroep is ongegrond.
Rb Amsterdam AWB 19/6926 19/6927, 3.3.20
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:4192