Rb: zicht op uitzetting Algerije

Tijdens de zitting heeft de staatssecretaris toegelicht dat sinds oktober 2023 een nieuwe consul is aangetreden, wat heeft resulteert in een betere samenwerking. Sindsdien zijn er lp’s verstrekt, in eerste instantie met name aan mensen met (kopieën van hun) identiteitsdocumenten. Sinds januari van dit jaar zijn er ook nationaliteitsbevestigingen ontvangen van mensen die ongedocumenteerd zijn.

Naar aanleiding van eisers beroepsgronden heeft de staatssecretaris de volgende cijfers verstrekt. In de periode van 1 januari 2023 tot 18 januari 2024 is sprake geweest van 140 lp-aanvragen in 2023 en 26 lp-aanvragen in 2024. In 2023 zijn in totaal 9 nationaliteitsbevestigingen afgegeven en in 2024 10 keer, tot 28 januari. In 2023 zijn in totaal 4 lp’s verkregen en in 2024 1 lp. Daarbij licht de staatssecretaris toe dat rekening moet worden gehouden met de omstandigheid dat vóór oktober 2023 geen zicht op uitzetting was, zodat het aantal uitzettingshandelingen over 2023 in de periode daarna is gerealiseerd.

Gelet op deze toelichting oordeelt de rechtbank dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt stelt dat in het geval van eiser voldoende zicht op uitzetting binnen redelijke termijn naar Algerije bestaat. De beroepsgrond slaagt niet.

Rb Arnhem NL24.4579, 27.2.24
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:2376