RvS: beoordeling Identiteitswijziging op basis van houkou en oude paspoorten

In het kader van dit verzoek heeft [appellant] de volgende documenten overgelegd:

  • een Chinees paspoort, afgegeven op 16 februari 2011 door de Chinese ambassade te Den Haag;
  • een notariële verklaring van geboorte, afgegeven op 11 oktober 2011 te China, vertaald en gelegaliseerd;
  • een notariële verklaring van woonplaats, afgegeven op 14 april 2016 te China door het Public Security Bureau (hierna: PSB), vertaald en gelegaliseerd;
  • een kopie van een Hukou (householdregister), afgegeven op 18 augustus 2010 te China, vertaald en gelegaliseerd;
  • een DNA-onderzoeksrapport, opgemaakt op 8 november 2016 door Sanquin Diagnostiek te Amsterdam;
  • een gezichtsvergelijkend onderzoek, opgemaakt op 26 september 2016 door het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau;
  • een kopie van een Chinees paspoort afgegeven in 1999 te China (origineel niet getoond);
  • een aantal documenten over zijn opleiding, waaronder een middelbare schooldiploma en een koksdiploma;
  • een kopie van de identiteitskaarten van zijn ouders, niet vertaald en niet gelegaliseerd (origineel niet getoond).

De persoonsgegevens zijn eerder opgenomen op basis van een verklaring onder ede. Voor het wijzigen van zijn geregistreerde persoonsgegevens heeft [appellant] onder meer een paspoort overgelegd dat door de Chinese ambassade in Den Haag op 11 oktober 2011 is afgegeven. Dit is van hogere rangorde dan de verklaring onder ede. Niet in geschil is dat dit paspoort echt is. In beginsel dient van de juistheid van een door de Chinese autoriteiten afgegeven paspoort te worden uitgegaan.

Ter zitting bij de Afdeling heeft [appellant] toegelicht dit paspoort te hebben verkregen op basis van zijn vorige paspoort uit 2006. Dit paspoort heeft hij nog in bezit, zij het dat hiervan een stuk is afgeknipt. [appellant] stelt dat de Chinese ambassade in Den Haag dit paspoort in 2006 heeft afgegeven ter vervanging van zijn paspoort uit 1999 en dat dit is vermeld op het paspoort uit 2006. Van het paspoort uit 1999 beschikt hij alleen nog over een kopie.

Uit het ambtsbericht uit 2012 waarop [appellant] wijst, blijkt dat Chinese onderdanen die in het buitenland verblijven op basis van een kopie van het oorspronkelijke paspoort of een ander origineel document waaruit de Chinese nationaliteit en identiteit van de aanvrager blijkt een nieuw paspoort kunnen krijgen. Hoewel niet vast staat hoe de Chinese ambassade in dit concrete geval destijds de identiteit van [appellant] heeft onderzocht en vastgesteld, moet er gelet op het ambtsbericht van worden uitgegaan dat dit wel is gebeurd. [appellant] heeft evenwel voor het eerst ter zitting bij de Afdeling het paspoort uit 2006 getoond, waardoor het college de keten van de drie paspoorten, te weten de kopie van het paspoort uit 1999, het ter zitting getoonde paspoort uit 2006 en het paspoort uit 2011 niet tezamen heeft kunnen onderzoeken. Dat neemt echter niet weg dat het paspoort uit 2011 op eigen waarde had kunnen worden beoordeeld omdat het een pasfoto bevat aan de hand waarvan [appellant] kan worden geïdentificeerd.

Hoewel het college twijfelt aan de hukou omdat hierin niet is vermeld dat [appellant] is uitgeschreven uit het huishouden na zijn vertrek uit China, neemt dat niet weg dat de gegevens die hierin over hem zijn opgenomen overeenkomen met de gegevens uit zijn paspoort uit 2011. Op de hukou zijn naast de gegevens over [appellant] ook de gegevens van zijn ouders vermeld, te weten [appellant], [voornaam vader] en [appellant], [voornaam moeder]. Uit het overgelegde DNA-onderzoek blijkt dat zij met een grotere zekerheid dan 99,9999% de biologische ouders zijn van [appellant]. Er is geen reden om ervan uit te gaan dat de identiteitscontrole van de ouders van [appellant] door het Nederlandse Consulaat-Generaal te Shanghai onjuist heeft plaatsgevonden.

... Uit het voorgaande volgt dat het college ten onrechte geen waarde heeft gehecht aan het paspoort uit 2011. Naast dat dit document op eigen waarde had kunnen worden beoordeeld gelet op de pasfoto erop, komen de erop vermelde gegevens overeen met de gegevens die in de hukou zijn vermeld. Verder is gebleken dat de op de hukou vermelde ouders [appellant]’s biologische ouders zijn. De Afdeling is van oordeel dat het op de weg van het college lag het paspoort uit 2011 nader te onderzoeken. Het college dient dit alsnog te doen, mede aan de hand van de kopie van het paspoort uit 1999 en het ter zitting getoonde paspoort uit 2006.

Het betoog slaagt. Het hoger beroep is gegrond.
RvS 201805878/1/A3, 22.5.19
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2019:1626