RvS: voortgezet verblijfsrecht na verbreken samenwoning met Roemeense echtgenote

De vreemdeling heeft de Albanese nationaliteit. Hij is in Roemenië getrouwd en verblijft sinds 2013 als familielid van een burger van de Unie in NL. In 2018 verklaarde hij een relatie met een andere vrouw te hebben.

In het arrest Iida, heeft het Hof van Justitie overwogen dat de Verblijfsrichtlijn geen andere voorwaarden stelt dan de hoedanigheid als echtgenoot. Verder heeft het Hof overwogen dat een huwelijk niet als ontbonden kan worden beschouwd, zolang de echtscheiding niet door de bevoegde instantie is uitgesproken en dat dit niet het geval is bij echtgenoten die enkel gescheiden leven, ook wanneer zij voornemens zijn zich later van elkaar te laten scheiden. In het arrest Ogieriakhi, heeft het Hof onder verwijzing naar het arrest Iida overwogen dat het feit dat echtgenoten hun samenleving hebben beëindigd en met andere partners hebben samengewoond, niet van belang is voor de verwerving van een duurzaam verblijfsrecht op grond van de Verblijfsrichtlijn.

De rechtbank heeft dus ten onrechte overwogen dat het verblijfsrecht van de vreemdeling geëindigd is omdat zijn relatie met referent in 2018 is geëindigd.

Het hoger beroep is gegrond.
RvS 202106471/1/V3, 1.2.22
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2022:298