Rb: dementerende echtgenote meewegen bij verzoek opheffen inreisverbod Afghaanse 1F-er

De rechtbank stelt vast dat in rechte is komen vast te staan dat de vreemdeling betrokken is geweest bij 1F-gedragingen. De rechtbank stelt ook vast dat de aanvraag van de echtgenote om toelating als vluchteling in NL is afgewezen.

Het besluit geeft er echter geen blijk van dat de staatssecretaris heeft beoordeeld of er wellicht sprake is van een objectieve belemmering tot terugkeer en een belangenafweging in het kader van art. 8 EVRM. Hierbij is van belang dat de staatssecretaris erkend heeft dat het voor het welzijn van demente echtgenote de aanwezigheid van de vreemdeling in NL vereist is. Beroep slaagt.

Rb Roermond, 16/27819, 17.2.17