Rb: recht op opvang tijdens beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring asielverzoek

De staatssecretaris heeft de opvolgende aanvraag van de vreemdeling niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een novum. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een vovo.

De voorzieningenrechter overweegt dat bij een beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van een opvolgende asielaanvraag tot gevolg heeft dat een eerder terugkeerbesluit herleeft. Als daarbij niet wordt voorzien in schorsende werking, zou dat kunnen leiden tot uitvoering van het terugkeerbesluit en daarmee tot verwijdering van de vreemdeling. Dat verhoudt zich niet tot het bepaalde in het Gnandi-arrest. Om die reden is de voorzieningenrechter van oordeel dat het verzoek voor toewijzing in aanmerking komt. Zoals in het Gnandi-arrest is bepaald, heeft dit tot gevolg dat de vreemdeling de rechten moet kunnen genieten die voortvloeien uit de Opvangrichtlijn totdat op het beroep is beslist.

Rb Middelburg (vovo), NL18.16543, 27.9.18