Nieuws

Rb: uit mail van ambassade blijkt dat Venezolaans paspoort vals is

Gelet op alle inspanningen die door eiser en zijn gemachtigde zijn verricht en de e-mail van de Venezolaanse autoriteiten waarin wordt bevestigd dat het Venezolaanse paspoort vals is handelt verweerder in de ogen van de rechtbank onzorgvuldig en in strijd met de samenwerkings-verplichting door niet nader te onderzoeken of eiser in het bezit is van de Venezolaanse nationaliteit.

Eiser heeft immers de vereiste stappen gezet om te onderbouwen dat hij niet in het bezit is van de Venezolaanse nationaliteit. Verweerder dient in een dergelijke situatie vervolgens te bekijken in hoeverre ook hij, eventueel in samenwerking met eiser, kan bijdragen aan het vergaren van meer informatie omtrent de gestelde identiteit en nationaliteit.

Wat betreft het argument van verweerder dat de e-mail van de Venezolaanse ambassade niet op echtheid kan worden gecontroleerd overweegt de rechtbank als volgt. Gelet op de inspanningen die door eiser zijn verricht en het antwoord van de Venezolaanse ambassade is de rechtbank van oordeel dat verweerder nu aan zet is in verband met de samenwerkingsverplichting. Verweerder kan hierover in contact treden met de Venezolaanse ambassade.

De aanvraag is ten onrechte afgewezen als kennelijk ongegrond.
Rb Haarlem NL24.15149 en NL24.15150, 30.4.24
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:7441

Rb Roermond: vraag of telefoon asielzoekers standaardmatig mag worden uitgelezen

De rechtbank heeft ter zitting toegelicht dat de aanleiding om verweerder te bevragen naar zijn handelwijze is gelegen in de omstandigheid dat -kennelijk- standaardmatig de mobiele telefoon wordt uitgelezen als een asielaanvraag wordt ingediend en dat dit de vraag oproept of er een wettelijke grondslag en dus bevoegdheid is om dit te doen. De rechtbank heeft hierbij ook uitgesproken het bijzonder wenselijk te achten dat de Afdeling, gelet op de uitspraak van 3 april 2024 in een bewaringsprocedure, spoedig uitspraak doet over de vraag of zij tot een eensluidende beoordeling komt over de vraag of artikel 55, tweede lid, van de Vw als grondslag kan worden gebruikt om mobiele telefoons van vreemdelingen die een asielverzoek indienen zonder hun toestemming te onderzoeken. De rechtbank betrekt hierbij dat de Afdeling heeft overwogen dat indien de wetgever mobiele telefoons van in bewaring gestelde vreemdelingen zonder hun toestemming wil onderzoeken, de wetgever artikel 59, achtste lid, van de Vw nader moet uitwerken. De rechtbank gaat er van uit dat wetgever deze suggestie ter harte zal nemen en ook daarom is het wenselijk dat spoedig duidelijk wordt of artikel 55, tweede lid, van de Vw wel als grondslag kan dienen voor het zonder toestemming onderzoeken van mobiele telefoons.

Weliswaar is voorstelbaar dat asielzoekers minder snel toestemming om de telefoon te laten onderzoeken zullen weigeren dan in bewaring gestelde vreemdelingen. Voorkomen moet echter worden dat stelselmatig grondrechten worden geschonden door het onbevoegd onderzoeken van mobiele telefoons. De rechtbank gaat er vanuit dat verweerder deze rechtsvragen zo spoedig mogelijk aan de Afdeling zal willen voorleggen.

Rb Roermond NL24.2091, 6.5.24
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:6865

Rb: geen overdracht Kroatie, onvoldoende psychische zorg

Uit medische stukken blijkt dat de vreemdeling PTSS heeft, lijdt aan somberheid en paniekstoornissen heeft. De dochter heeft blijkens overgelegde stukken veel angsten na het doormaken van traumatische ervaringen, zoals de oorlog in Syrië en de aardbeving. Voor beide is een behandelplan vastgesteld.

Uit de Afdelingsuitspraak van 21 maart 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:1197 en ECLI:NL:RVS:2024:1199) leidt de rechtbank af dat Dublinterugkeerders bij aankomst in een opvangcentrum worden geplaatst, waarbij er geen verschillende behandeling is voor kwetsbare personen. Verder is er gebrek aan adequate en continue psychologische en psychiatrische hulp voor asielzoekers en Dublinterugkeerders, omdat veel asielzoekers niet onder de categorie noodsituaties vallen, maar continu psychologische hulp nodig hebben. Ze zijn afhankelijk van de hulp van NGO's die gefinancierd worden via projecten en daarom afhankelijk zijn van de voortzetting van die fondsen. Uit het AIDA-rapport update 2022 blijkt dat de medische en psychische zorg in opvangcentra met name door MdM wordt verleend. MdM heeft vanaf 22 mei 2023 echter tijdelijk de activiteiten in de opvangcentra moeten stopzetten door gebrek aan financiering. Uit het AIDA-rapport blijkt niet dat de activiteiten inmiddels zijn hervat. De staatssecretaris wordt niet gevolgd in dat uit het stuk van EUAA blijkt dat MdM de werkzaamheden sinds eind augustus 2023 weer heeft hervat. Er is enkel een “asylum centre” in Zagreb genoemd waar MdM de werkzaamheden volgens de staatssecretaris heeft hervat. De staatssecretaris heeft geen duidelijkheid kunnen geven of de hulp ook in andere centra is hervat.

Beroep gegrond.
Rb Zwolle, NL24.5630 en NL24.5632, 24.4.24

Hoofdlijnenakkoord zet mensenrechten migranten op het spel

We wensen een hoopvolle toekomst voor iedereen, een kabinet met lef om zich daarvoor uit te spreken, en een Nederland wat trots is op zijn bescherming van mensenrechten. De migratieparagraaf van het Hoofdlijnenakkoord wijst op op precies een tegenovergestelde aanpak, door migranten als zondebok te benoemen en hun mensenrechten te ontkennen. Het beleid zal leiden tot meer mensen zonder verblijfsvergunning, minder uitwegen uit de illegaliteit, meer mensen op straat, en meer ellende voor de samenleving.

Met name de stopzetting van de Landelijke VreemdelingenVoorziening en Bed-Bad-Brood opvang baren ons zorgen. Dit was hét samenwerkingsproject tussen NGO’s en Rijk waarin de afgelopen jaren honderden mensen weer een legale toekomst vonden. Ook als NGO’s hun werk kunnen voortzetten door hulp van solidaire sponsoren, zal het moeilijker worden om mensen alsnog te legaliseren vanwege de inperking van herhaalde asielverzoeken en de strengere regels voor mensen met een strafblad. Ook zullen meer mensen onze hulp nodig hebben omdat meer mensen illegaal gemaakt zullen worden. Een beperkter hulpaanbod aan mensen zonder verblijfsvergunning werkt misbruik en uitbuiting op zowel de woon- als arbeidsmarkt in de hand. .

Het Meldpunt Vreemdelingendetentie vreest voor nóg meer mensen zonder verblijfsvergunning in cellen, waarvan een groot deel niet uitzetbaar zal blijken te zijn. Dergelijke maatregelen zullen alleen maar leiden tot verslechtering van detentieomstandigheden, waardoor vreemdelingen nog meer ingesloten zullen worden en hun mogelijkheden tot recreatie worden beperkt.

Des te meer hebben we solidaire burgers nodig, die zich samen met ons inzetten voor ongedocumenteerden: door tijdelijke opvang, menswaardige behandeling, en hulp bij het vinden van uitwegen uit de illegaliteit.

RvS: zicht op uitzetting naar Algerije

De cijfers laten vanaf oktober tot en met december 2023 een groei zien in de aantallen nationaliteits-bevestigingen, lp-afgiftes en uitzettingen van Algerijnse vreemdelingen naar Algerije. Die cijfers rechtvaardigen het oordeel dat er vanaf december 2023 voldoende concrete aanknopingspunten waren om te verwachten dat vreemdelingen met de Algerijnse nationaliteit binnen een redelijke termijn met een door de Algerijnse autoriteiten afgegeven lp konden worden uitgezet naar Algerije.

Dat betekent dat voor de vreemdeling in deze zaak het zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn niet langer ontbrak. Dat het paspoort zou zijn verlopen, betekent nog niet dat de vreemdeling niet op basis van een kopie ervan gepresenteerd en uitgezet kan worden. Precies dat deed zich tenslotte ook voor bij de vreemdeling die op 13 oktober 2023 met een lp is uitgezet naar Algerije. De rechtbank heeft daarin terecht geen aanleiding gezien om aan te nemen dat er voor de vreemdeling geen zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn is.

RvS 202306388/1/V3 en 202307965/1/V3, 6.5.24
ECLI:NL:RVS:2024:1892

Rb: in beroepsfase art-64 (zonder vovo) voldoet VBL-opvang

De aanvraag art-64 is afgewezen en het vovo-verzoek is afgewezen. Dat eiseres de behandeling van het beroep in Nederland wil afwachten betekent niet dat verweerder verantwoordelijk is voor haar opvang. Blijkens het (aanvullend) verweerschrift is aan eiseres onderdak aangeboden op een vrijheidsbeperkende locatie waar ook medische zorg wordt gefaciliteerd. Eiseres heeft dit geweigerd. Eiseres verblijft sindsdien bij haar in Nederland woonachtige zoon, waar zij op grond van artikel 10 van de Vw 2000 eveneens medisch noodzakelijke zorg kan blijven ontvangen.

Verweerder heeft terecht vastgesteld dat eiseres niet heeft onderbouwd dat er sprake zou zijn van een acute medische noodsituatie, waardoor verweerder niet gehouden is om opvang aan eiseres te verlenen. Uit artikel 3 van het EVRM vloeit geen algemene verplichting voort om vreemdelingen van huisvesting of financiële ondersteuning te voorzien, tenzij de desbetreffende vreemdeling lijdt aan een ziekte in een vergevorderd en direct levensbedreigend stadium. Eiseres heeft niet onderbouwd dat zij zich in een zodanige situatie bevindt.

Het beroep is ongegrond.
Rb Groningen AWB 23/13056, 26.4.24
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:6323

Rb vovo: behoud opvang tijdens art-64 procedure tijdens beroepsfase

De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoeker er belang bij heeft om de beslissing op het beroep tegen het besluit van het COa om de Rva-verstrekkingen te beëindigen in de opvang af te mogen wachten. Daartoe overweegt de voorzieningenrechter dat verzoeker bekend is met psychiatrische problematiek. De voorzieningenrechter zal daarom het COa opdragen verzoeker te behandelen als ware artikel 64 van de Vw 2000 op hem van toepassing.

Toewijzing van het verzoek acht de voorzieningenrechter niet zeer ingrijpend. Dit komt in feite slechts neer op het bevriezen van de status quo.
Rb Groningen AWB 24/6886, 24.4.24
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:6160

Rb: beëindigen opvang mag, ondanks lopend onderzoek medische reisbeperkingen

In het BMA-rapport staat dat eiser met medische problemen kampt. Eiser lijdt aan hoge bloeddruk en suikerziekte. Ook is eiser volgens het advies recentelijk weggeraakt, vermoedelijk door een neurologische oorzaak. Eiser zou hiervoor eind december een MRI-scan ondergaan. Deze afspraak is verzet naar 11 april 2024. Zolang er onduidelijkheid is over de precieze medische toestand van eiser kan eiser volgens het BMA niet reizen. Verweerder heeft aan eiser medegedeeld dat zijn Rva-verstrekkingen op 6 maart 2024 worden beëindigd....

De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een acute medische noodsituatie. Dat eiser een hoge bloeddruk, suikerziekte en mogelijk een neurologische aandoening heeft, is op zichzelf onvoldoende om een acute medische noodsituatie aan te nemen. In dit kader gaat het erom of eiser zal overlijden, invalide wordt of anderszins een vorm van ernstige geestelijke en/of lichamelijke schade zal oplopen bij het uitblijven van onmiddellijke behandeling. Hoewel eiser serieuze medische problemen heeft, staat niet vast dat er sprake is van een acute medische noodsituatie. Verweerder heeft ter zitting terecht gesteld dat het BMA-rapport ziet op de (on)mogelijkheid van eiser om te reizen en niet op de vraag of er een acute medische noodsituatie zal ontstaan bij het uitblijven van Rva-verstrekkingen. Ook heeft verweerder er ter zitting terecht op gewezen dat eiser aanspraak heeft op medisch noodzakelijke zorg.

Rb den Haag AWB 24/2192, 19.4.24
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:5678

Rb: vrijlating uit grensdetentie want telefoon zonder toestemming uitgelezen

De Afdeling vindt dat het zonder toestemming ontgrendelen van een mobiele telefoon via gezichtsherkenning en de quickcheck zonder een toereikende wettelijke grondslag een ernstige inbreuk is van het recht op privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens en daarmee ook een ernstig gebrek is in de toepassing van de maatregel. De rechtbank is van oordeel dat daarvan ook in het geval van eisers sprake is, nu onbetwist is dat eisers hun vinger voor de mobiele telefoons moesten houden zodat de KMar daar toegang tot kreeg. Zij hebben geen toestemming gegeven voor onderzoek of het uitlezen van hun mobiele telefoons en de KMar heeft hier geen toestemming voor gevraagd.

Verweerder heeft in het geval van eisers niet inzichtelijk gemaakt waarom het doorzoeken of uitlezen van hun mobiele telefoons nodig was. Gelet hierop weegt het belang van eisers dat zij niet in hun grondrechten worden geschonden naar het oordeel van de rechtbank zwaarder dan het grensbewaringsbelang en de met de bewaring in de grensprocedure gediende belangen. De vrijheidsontnemende maatregelen waren daarom onrechtmatig vanaf de eerste dag, de dag waarop de mobiele telefoons zijn onderzocht. De beroepen zijn gegrond.

Rb Haarlem NL24.15780, NL24.15781 en NL24.15782, 23.4.24
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:6258

CvT Schiphol: personeelskrapte geen reden insluiting

De vreemdeling doet beklag, omdat hij .... dagelijks in de middag en avond wordt ingesloten op zijn cel vanwege pauzes en wisseling van personeel. 

Uit art. 7 Rrg volgt dat vreemdelingen gedurende de dag in beginsel niet worden ingesloten in hun cel, maar enkel gedurende de voor de nachtrust bestemde uren. Tijdens het verblijf van de vreemdeling is hij echter tweemaals daags, gedurende één uur ingesloten in zijn cel. De directeur heeft verklaard dat dit is gebeurd in verband met het personeelstekort en met het oog op de orde en veiligheid in de inrichting. De directeur heeft hiermee echter onvoldoende gemotiveerd op welke wijze de orde en veiligheid in het geding zouden zijn gekomen wanneer de vreemdeling op de genoemde momenten niet zou zijn ingesloten. Het gegeven dat sprake is van personeelskrapte kan en mag niet voor rekening en risico van de vreemdeling komen. Er is aanleiding om aan de vreemdeling een tegemoetkoming van €30 euro (€7,50 x 4) toe te kennen.

Klacht gegrond.
CvT DCS, DS2023/552 en 570, 15.3.24

Pagina's